De orchidee

Welke typen orchideeën zijn er?

Orchideeën worden ingedeeld naar de manier waarop ze in hun natuurlijke omgeving leven. Er zijn drie typen orchideeën te onderscheiden: epifytische, terrestrische en lithofytische. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen deze verschillende typen orchideeën. Elk type leeft op een andere manier en dient dan ook anders verzorgd te worden. In dit artikel worden de verschillende orchideeëntypen uiteengezet.

Epifytische orchideeën

Orchideeën die zich aangepast hebben om in bomen te leven worden epifytische orchideeën genoemd. Veruit de meeste epifytische orchideeën komen voor in tropische regenwouden. Ze gebruiken bomen om dichter bij het licht te komen. Ook zijn er op deze hoogte tal van vliegende insecten die helpen om de bloemen te bestuiven. Het zijn dus geen parasieten, want ze onttrekken geen voedingstoffen uit de boom zelf. De meeste orchideeën die je bij kwekerijen en tuincentra in Nederland kan krijgen zijn epifytische orchideeën, zoals Phalaenopsis, Cattleya en Vanda.

Epifytische orchideeën krijgen hun voedingstoffen uit het vocht in de lucht en uit resten die zich opgehoopt hebben in de vork van takken of onder mossen. Het dieet wordt verder aangevuld met rottende bladeren en uitwerpselen van dieren. Om water op te vangen vormen epifytische orchideeën vaak indrukwekkende stelsels van luchtwortels. Deze bungelen vaak rechtstreeks naar beneden en nemen vocht op uit de atmosfeer. Andere verspreiden hun luchtwortels over het oppervlak van boomtakken. De luchtwortels van epifytische orchideeën zijn heel anders dan die van “gewone” plantenwortels die in de grond leven. Ze zijn bedekt met een sponsachtig weefsel dat velamen wordt genoemd. Dit weefsel zorgt ervoor dat de luchtwortels water uit de omgeving opnemen en vasthouden voor een langere periodes. Zo kunnen epifytische orchideeën langer overleven in tijden van droogte.

Er zijn ook enkele orchideeën die uitsluitend op doodgaande, rottende bomen leven. Deze worden saprofytische orchideeën genoemd. Bij rottende bomen is het weefsel onder de schors zachter waardoor de orchideeënwortels makkelijker kunnen binnendringen. Een nadeel voor deze orchideeën is dat rottende bomen in de tropen al binnen een aantal jaren verteren. Saprofytische orchideeën moeten daarom snel groeien en zich snel voortplanten. Het orchideeëngeslacht Catasetum kent vele soorten die op rottende bomen leven.

Ascocentrum miniatum, een typisch epifytische orchideesoort

Terrestrische orchideeën

Orchideeën die in de bodem groeien worden terrestrische orchideeën genoemd. Bijna overal ter wereld komen ze voor. Je vindt ze onder andere in arctische regionen, hete woestijnen, gematigde bossen, graslanden en schaduwrijke regenwouden. Vrijwel alle orchideeën in gematigde gebieden zijn terrestrische orchideeën. De variëteit is ongeveer net zo hoog als bij de tropische epifyten. Echter worden ze in vergelijking met tropische epifyten minder gecultiveerd. Dit omdat terrestrische orchideeën in het algemeen minder makkelijk te kweken zijn. Ook zijn de bloemen vaak minder uitbundig. Vele soorten Paphiopedilum, die meestal (semi)-terrestrisch zijn, vormen hier een uitzondering op. Deze schitterende planten kun je regelmatig in kwekerijen en enkele tuincentra in Nederland krijgen.

Kenmerkend aan terrestrische orchideeën is de enkele, bebladerde stengel die uit de bodem groeit. De bovenkant van de stengel bestaat in de bloeiperiode uit één of meerdere bloemen. Onder de stengel bevinden zich knolvormige wortels die, afhankelijk van de omstandigheden, net onder het aardoppervlak groeien of recht naar beneden in de bodem. Het substraat waar terrestrische orchideeën in groeien is zeer divers. Sommige worden aangetroffen in zandduinen, andere in moerassige veengronden of in een luchtige bodems. Mocht je een terrestrische orchidee in huis hebben, kijk goed naar wat voor substraat er nodig is. De meeste Paphiopedilums bijvoorbeeld, houden van een vochtige bodem die erg luchtig is.

Cypripedium calceolus, een typisch terrestrische orchideesoort

Lithofytische orchideeën

Het laatste type zijn orchideeën die zich op rotsen vestigen. Dit worden lithofytische orchideeën genoemd. Deze klampen zich vaak vast aan steile rotswanden waar de omstandigheden te extreem zijn voor andere planten. De sterke wortels wringen zich tussen rotsspleten om houvast te krijgen. Typische habitats voor lithofytische orchideeën zijn krijtrotsen langs kusten of door mos begroeide kalksteen zoals in Nationaal Park Sierra de Chiribiquete in Columbia. Dit zijn vaak ontoegankelijke gebieden. Wetenschappers ontdekken daarom regelmatig nieuwe lithofyten.

Lithofytische orchideeën krijgen nutriënten op vrijwel dezelfde manier binnen als epifytische orchideeën. Mist en regen worden opgevangen door de luchtwortels. Voedingstoffen zitten vooral in de spleten en rotsen onder het mos waar de wortels ook binnendringen. De bladeren van lithofyten zijn vleziger en slaan hiermee water op om de plant resistent te maken tegen lange periodes van droogte. Sommige soorten van Phaphiopedilum en Pleione en zijn lithofytisch, zoals de in China voorkomende Pleione praecox (zie afbeelding hieronder).

Pleione praecox, een typisch lithofytische orchideesoort. Wordt ook terrestisch aangetroffen.